Analyse en beleggingsresultaten

A Perfect Storm

Het coronavirus, een oliecrisis en liquiditeitsproblemen; die combinatie heeft de wereldeconomie tijdelijk bijna tot stilstand gebracht. Fabrieken werden stilgelegd, veel import en export werd gestopt en reisrestricties werden opgelegd. Consumenten konden bijna niets meer uitgeven doordat ze noodgedwongen thuis moesten blijven. In bijna alle sectoren kwamen bedrijven in de problemen door het wegvallen van omzet. Daarbovenop ontstond een prijzenoorlog op de markt voor ruwe olie nadat de OPEC en Rusland niet tot afspraken over productiebeperkingen konden komen. Met een sterk gedaalde olieprijs tot gevolg.


“Grootscheepse ingrepen van centrale banken en overheden waren nodig om de situatie te stabiliseren”


In de verkooppaniek die volgde op de aandelen- en obligatie­markten bleek al snel liquiditeit een probleem. Grootscheepse ingrepen van centrale banken en overheden waren nodig om de situatie te stabiliseren.


Rentes werden (soms meerdere malen) verlaagd, grote opkoop­programma's werden hervat of uitgebreid en overheden moesten met noodmaatregelen komen om grote én kleine bedrijven te redden.


Op aandelenmarkten en obligatiemarkten werden verschillende negatieve records neergezet. Daardoor werden ook onze modelportefeuilles hard geraakt. Onze liquiditeitspositie heeft de daling enigszins verminderd.


Onze belegging in goud had een kleine positieve bijdrage.

Aandelen­beleggingen zwaar onder druk

De economische vooruitzichten verbeterden iets in het begin van dit kwartaal. Totdat coronavirus COVID-19 roet in het eten gooide. De angst voor een diepe recessie sloeg in alle hevigheid toe. In amper vier weken tijd hebben aandelenbeurzen een groot deel van het rendement van 2019 moeten inleveren.

Regionale aandelenrendementen

1 januari 2020 t/m 31 maart 2020

Europa

-22,6%

In Europa verschilt de aanpak van het coronavirus per land. Het moet nog blijken welke aanpak de verspreiding het best bestrijdt. Wel is al duidelijk dat de economieën van de Zuid-Europese landen het hardst geraakt worden. De gevolgen voor Europa zijn goed zichtbaar in de producerende industrie. Een schrijnend voorbeeld vormen de autoverkopen, deze halveerden in een maand tijd. Aandelenkoersen daalden in het eerste kwartaal met 22,6%.

Noord-Amerika

-18,6%

De economie werd hard geraakt door de maatregelen die genomen zijn om verspreiding van het virus te voorkomen. Omdat men in de Verenigde Staten een ander sociaal stelsel kent dan de meeste Europese landen, waren de gevolgen al snel zichtbaar op de arbeidsmarkt. Het aantal werklozen steeg in twee weken van ruim 600.000 naar een duizelingwekkende 6,6 miljoen, een niet eerder vertoonde stijging. In maart beleefde de aandelenbeurs de slechtste maand sinds de Eurocrisis in augustus 2011. Aandelenkoersen daalden in het eerste kwartaal met 18,6%.

Opkomende landen

-22,1%

Over China, het land waar de corona-epidemie is ontstaan, is veel te zeggen. Daar werden vervolgens grote delen van het land op slot gedaan. Hierdoor werd de economie hard geraakt. Maar inmiddels zijn er weer tekenen van herstel zichtbaar! Fabrieken beginnen weer met produceren en reisrestricties worden beetje bij beetje versoepeld. Veel andere opkomende landen staan nog voor deze gigantische uitdaging. Deze landen beschikken vaak over matige sociale voorzieningen, een minder goed gezondheidsstelsel en een minder stevige financiële basis; hierdoor zal de economische schade in veel landen groot zijn. Aandelenkoersen daalden in het eerste kwartaal gemiddeld met 22,1%.

Pacific

-19,3%

In de Pacific wordt Australië geraakt door het stilvallen van de grondstoffenexport. Daarbij wordt de Australische dollar snel minder waard, ruim 12% in het eerste kwartaal, dat raakt de economie extra hard. In Japan, de derde economie in de wereld, ziet men ook de gevolgen voor de economie en spreekt de overheid over de ergste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Aandelenkoersen daalden in het eerste kwartaal met 19,3%.

Bron: Bloomberg / Morningstar

Obligatie­beleggingen hard geraakt

Een vlucht naar veiligheid, paniekverkopen van risicovollere obligaties en een gebrek aan liquiditeit.


Ook de obligatiemarkten hebben de gevolgen van de coronacrisis gevoeld. De vrees voor een diepe recessie en daardoor een groot aantal faillissementen nam sterk toe. Centrale banken moesten renteverlagingen en grote opkoopprogramma's aankondigen om een financiële crisis te voorkomen.

De coronacrisis resulteerde in een vlucht naar veiligheid, veel beleggers kozen ervoor om hun obligatiebeleggingen om te ruilen voor liquiditeiten of veilig geachte overheids­obligaties. Nagenoeg alle obligatiecategorieën met ‘meer risico’ werden afgestraft. Vooral de spread op hoogrentende obligaties, obligaties van opkomende landen maar ook op bedrijfs­obligaties nam fors toe.


Door het onverwacht grote aanbod van risicovollere obligaties ontstond er een fors tekort aan kopers. Dit gebrek aan liquiditeit had een versterkend effect, waardoor koersen nog verder daalden. Centrale banken kondigden grote stimulerings­maatregelen aan waardoor de rust enigszins terugkeerde. Veel obligaties herstelden iets in prijs, maar eindigden het kwartaal fors lager dan aan het begin van het jaar.


Obligatiebeleggingen behaalden een behoorlijk negatief resultaat in de modelportefeuille.

“De categorie overheidsobligaties was de enige die positief eindigde”

Overheidsobligaties

De categorie overheidsobligaties was de enige die positief eindigde. Door de vlucht naar zekerheid kochten beleggers veel staatsobligaties, en dan vooral Amerikaanse. De 10-jaars Amerikaanse rente is dit kwartaal mede daardoor met meer dan een procent gedaald, van 1,9% naar 0,7%. Ook in Europa daalde gemiddeld de rente; in een paar landen is deze negatief. Wel was er vrees rond de houdbaarheid van de schulden. Dit beperkte de rentedaling enigszins. Overheidsobligaties stegen in Europa met 0,3% en wereldwijd met 2,9%.

Bedrijfsobligaties

Het stilvallen van grote delen van de economie raakte veel bedrijven. Niet alleen kleine maar ook financieel gezonde, grote bedrijven kwamen in de problemen. De risicopremie steeg en de koersen daalden hard. Bedrijfsobligaties in Europa zijn met 6,2% en wereldwijd met 4,6% gedaald.

Hoogrentende obligaties

Bedrijven die hoogrentende obligaties uitgeven, betalen een hogere rentevergoeding omdat het risico voor de belegger groter is. Doordat omzetten wegvielen, steeg de verwachting dat er meer van dit soort bedrijven failliet zullen gaan. De risicopremie steeg zeer sterk en de koersen daalden zeer hard. Ook de sterk dalende olieprijs speelde een rol. Veel schalieolie bedrijven in de Verenigde Staten zijn zwaar gefinancierd. Dit bedreigt het voortbestaan van veel bedrijven die hoogrentende obligaties uitgegeven hebben. Hoogrentende obligaties daalden in Europa met 14,6% en wereldwijd met 15,1%.

Obligaties van opkomende landen

Opkomende landen werden op verschillende manieren geraakt. De economische gevolgen van de coronacrisis en de mogelijkheden van overheden en centrale banken om in te grijpen, verschillen per land. Daardoor zijn er grote verschillen in de koersdalingen per land. Bijna alle opkomende landen hebben last van uitstroom van kapitaal nu beleggers zich afkeren van risico en zoeken naar minder risicovolle beleggingen. Veel valuta's van opkomende landen daalden dan ook hard. Obligaties in opkomende landen die in lokale valuta noteren daalden met 13,3%. Obligaties in sterke valuta's, zoals de US dollar, daalden 9,7%.

Aan inflatie gekoppelde obligaties

Toen de paniek over de economische gevolgen van de coronacrisis in alle hevigheid toesloeg, daalde de inflatieverwachting fors. Een groot deel van de inflatie-gekoppelde obligatiemarkt bestaat uit obligaties uit de Verenigde Staten. Daar is de inflatieverwachting weer wat hersteld en vooral de rente sterk gedaald, hierdoor bleven de koersen stabiel. In Europa daalde de inflatieverwachting en nam de angst voor debiteurenrisico toe. Grote uitgevers van dit type obligaties zijn Italië en Frankrijk. Aan inflatie gekoppelde obligaties daalden in Europa met 5,5% en bleven wereldwijd gelijk.

Netto rendement obligatiecategorieën

1 januari 2020 t/m 31 maart 2020


0,3
2,9
-6,2
-4,6
-14,6
-15,1
-9,7
-13,3
-5,5
0,0
-18%
-15%
-12%
-9%
-6%
-3%
0%
3%
6%
Overheidsobligaties Europa 0,3%
Overheidsobligaties wereldwijd 2,9%
Bedrijfsobligaties Europa -6,2%
Bedrijfsobligaties wereldwijd -4,6%
Hoogrentende obligaties Europa -14,6%
Hoogrentende obligaties wereldwijd -15,1%
Obligaties opkomende landen HC -9,7%
Obligaties opkomende landen LC -13,3%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa -5,5%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 0,0%
0,3
2,9
-6,2
-4,6
-14,6
-15,1
-9,7
-13,3
-5,5
0,0
-20%
-18%
-16%
-14%
-12%
-10%
-8%
-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
16%
Overheidsobligaties Europa 0,3%
Overheidsobligaties wereldwijd 2,9%
Bedrijfsobligaties Europa -6,2%
Bedrijfsobligaties wereldwijd -4,6%
Hoogrentende obligaties Europa -14,6%
Hoogrentende obligaties wereldwijd -15,1%
Obligaties opkomende landen HC -9,7%
Obligaties opkomende landen LC -13,3%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa -5,5%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 0,0%
0,3
2,9
-6,2
-4,6
-14,6
-15,1
-9,7
-13,3
-5,5
0,0
-20%
-18%
-16%
-14%
-12%
-10%
-8%
-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
16%
Overheidsobligaties Europa 0,3%
Overheidsobligaties wereldwijd 2,9%
Bedrijfsobligaties Europa -6,2%
Bedrijfsobligaties wereldwijd -4,6%
Hoogrentende obligaties Europa -14,6%
Hoogrentende obligaties wereldwijd -15,1%
Obligaties opkomende landen HC -9,7%
Obligaties opkomende landen LC -13,3%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa -5,5%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 0,0%
0,3
2,9
-6,2
-4,6
-14,6
-15,1
-9,7
-13,3
-5,5
0,0
-18%
-15%
-12%
-9%
-6%
-3%
0%
3%
6%
Overheidsobligaties Europa 0,3%
Overheidsobligaties wereldwijd 2,9%
Bedrijfsobligaties Europa -6,2%
Bedrijfsobligaties wereldwijd -4,6%
Hoogrentende obligaties Europa -14,6%
Hoogrentende obligaties wereldwijd -15,1%
Obligaties opkomende landen HC -9,7%
Obligaties opkomende landen LC -13,3%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa -5,5%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 0,0%

Bron: Bloomberg / Morningstar