Vooruitzichten obligatiemarkten

Voor obligatiebeleggingen zijn er op korte termijn geen grote bedreigingen te verwachten. Centrale banken letten erop dat de rente niet te snel stijgt door de voorgenomen afbouw van de opkoopprogramma’s. Een te snel stijgende rente zou namelijk ten koste gaan van economische groei.

Om de economie te stimuleren willen centrale banken de inflatie verder laten oplopen. Dit lukt beperkt, in Europa is de inflatie momenteel 1,5%. Daarmee is ondanks de lage rente de inflatie­doelstelling van de ECB van ‘vlak onder de 2%’ nog niet bereikt


In Japan gaat BoJ zo ver dat ook de lange rente (10 jaar) op een zeer laag niveau gehouden wordt. Met een lage kapitaalmarktrente moeten investeringen verder gestimuleerd worden.


In de Verenigde Staten is men al verder in het proces, de economie groeit daar al weer een tijd stevig door. De FED probeert op een voorspelbare manier de rente in stapjes te verhogen zonder dat dit de economische groei (sterk) negatief beïnvloedt.

‘De focus komt meer en meer te liggen op het beperken van risico’s’

De rente is dus in veel landen al zeer laag en in enkele landen wordt deze zelfs al verhoogd. In die omgeving zoeken wij vooral de combinatie van rendement bij een acceptabel risico. We hechten waarde aan een goede spreiding over verschillende obligatiecategorieën waarbij de focus meer en meer komt te liggen op het beperken van risico’s.

Regionale verdeling obligaties

per 30 september 2017 van Wereld Portefeuille

Europa

Het rendement op overheidsobligaties is in Europa laag. De rente is in voorgaande jaren fors gedaald, waardoor overheidsobligaties minder interessant zijn dan bedrijfsobligaties.


Veel bedrijven staan er financieel goed voor. Daarom is de extra rentevergoeding op bedrijfsobligaties ten opzichte van overheidsobligaties relatief aantrekkelijk. Bij hoogrentende obligaties wordt een hoge vergoeding betaald, maar is ook het risico voor beleggers hoger. Wij zien hier kansen en hebben een klein deel van dit type obligaties opgenomen in de modelportefeuilles.


Omdat de ECB zich nog sterk richt op het verhogen van de inflatie zijn aan inflatie gekoppelde beleggingen in Europa in onze ogen kansrijk.

Noord-Amerika

Omdat de Verenigde Staten zich wat verder in de economische cyclus bevindt is de kapitaalmarktrente (10 jaar) al langere tijd boven de 2%. Dit zorgt ervoor dat de vergoeding voor overheidsobligaties aantrekkelijker is dan in Europa.


De winstgevendheid van bedrijven is goed, waardoor deze obligaties goed presteren. Omdat sommige bedrijven in de Verenigde Staten erg zwaar gefinancierd zijn, is de markt voor hoogrentende obligaties kwetsbaarder. Beleggers krijgen wel een hogere vergoeding, maar lopen ook meer risico.


Omdat de inflatie in de Verenigde Staten al langere tijd op het gewenste niveau is, lijken de kansen voor aan inflatie gekoppelde obligaties hier minder interessant.

Pacific

In de Pacific is Japan de belangrijkste obligatiemarkt. Door de lage rentestanden, zowel de korte- als de lange rente, leveren obligatiebeleggingen in Japan weinig rendement op.

Opkomende landen

Veel opkomende landen kennen een hoge economische groei. Obligatiebeleggers in opkomende landen profiteren van de hogere rentestanden. Het risico dat er is, komt vanuit de valuta.


Veel schulden zijn gefinancierd in een andere valuta (doorgaans de US dollar). Hierdoor bestaat het risico bestaat dat (de rente op) schulden bij een verandering in wisselkoersen minder goed (terug)betaald kunnen worden. Wij spreiden deze obligatiebeleggingen daarom over zowel ‘harde valuta’s’ als ’lokale valuta’s’ om daarmee het risico te spreiden.