Vooruitzichten

We beginnen met het bepalen van de macro-economische vooruitzichten. Hiervoor kijken we onder andere naar de ontwikkeling van de economische groei in de verschillende regio’s in de wereld. Wat gebeurt er bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt en zit er groei in de uitgaven van consumenten? Ook kijken we naar het bedrijfsleven: neemt bijvoorbeeld de winstgevendheid toe? De rente is uiteraard ook belangrijk. We kijken dan naar wat de centrale banken doen, maar ook hoe de kapitaalmarktrente zich ontwikkelt en wat de inflatieverwachtingen zijn. Op basis van onze analyses kiezen wij de beleggingsfondsen en bepalen de samenstelling van onze modelportefeuilles.

Recent zijn er wereldwijd een aantal macro-economische cijfers die reden geven voor optimisme. Eén van de cijfers die de economische verwachting weergeeft is de inkoopmanagersindex voor de industrie (PMI manufacturing index). Deze index heeft vaak een voorspellende waarde. Dit cijfer geeft aan in welke mate inkoopmanagers vertrouwen hebben in de toekomstige economische omstandigheden. Een getal boven de 50 geeft groei van de economische activiteiten aan. In vrijwel alle regio’s ligt de PMI inmiddels boven de 50 en zien we een positieve trend, zoals u ziet in de grafiek. Natuurlijk moeten de industriële productiecijfers (wat werkelijk geproduceerd is) deze verwachtingen achteraf wel bevestigen. Maar vooralsnog is het een steun in de rug voor beleggers.

Purchasing Managers Index (manufacturing)

Bron: Bloomberg en/of Morningstar

Naast de positieve economische ontwikkelingen zien we politieke ontwikkelingen die nog steeds zorgen voor risico op koersdalingen. In de Verenigde Staten voert de regering van president Trump plannen door om de economie de komende jaren te stimuleren. Een deel van de plannen komt moeizaam tot stand in zowel de Senaat als het Huis van Afgevaardigden, ondanks een Republikeinse meerderheid. Plannen om Obamacare, het Amerikaanse zorgstelsel, te hervormen zijn op het laatste moment teruggetrokken. Of de beloofde belastingverlagingen doorgevoerd kunnen worden, is hierdoor onzeker.


Ook in Europa zien we onzekerheden. In Duitsland kiest men in september een nieuwe bondskanselier. En in Frankrijk zal in twee rondes in april en mei bepaald worden wie de komende vijf jaar president is. Hierna zijn er in juni ook parlementsverkiezingen. Vooral de Franse verkiezingen hebben mogelijk een grote impact op de toekomst van Europa als de ‘anti Europa stem’ de verkiezingen wint.


Tegenwoordig zijn de uitkomsten van verkiezingen moeilijker te voorspellen. Daardoor zien we het zogeheten ‘staartrisico’ toenemen. Staartrisico zien we als een type risico dat waarschijnlijk niet plaatsvindt, maar waarvan de gevolgen groot kunnen zijn als het wél gebeurt. Dat maakt het anticiperen erop moeilijk.


We verwachten dat in de Verenigde Staten de FED de rente dit jaar nog twee keer verhoogt. De economische ontwikkeling en de inflatieverwachtingen rechtvaardigen een hogere rente. In Europa zal de rente zeer waarschijnlijk niet verhoogd worden. Wel neemt de kans toe dat de ECB gaat ‘hinten’ (de beleggers voorbereiden) op het langzaam verder afbouwen van het opkoopprogramma.


Om deze redenen blijven we bij onze keuze om een deel van de beleggingen in de vorm van liquiditeiten aan te houden. Ook op regionaal gebied zijn geen aanpassingen doorgevoerd.

Vooruitzichten aandelenmarkten

In de meeste landen zien we de economische groei toenemen. De omstandigheden voor ondernemingen blijven daarom goed. Er is een stijging van fusies en overnames. Steeds meer grotere ondernemingen kopen bedrijven met het oog op synergie- en efficiëntievoordelen. Ondernemingen in de Verenigde Staten hebben over het algemeen een hoge waardering (koers/winst verhouding) waardoor zij graag Europese bedrijven, die goedkoper zijn, aankopen.


De recordniveaus op een aantal belangrijke aandelenbeurzen kunnen op termijn verdere koersstijgingen beperken. Historisch gezien is de waardering gemiddeld hoog. Toch blijven aandelenbeleggingen de meest kansrijke beleggingscategorie de komende maanden bij gebrek aan alternatieven.


In Europa verbeteren de economische omstandigheden in veel landen. Naast de sterke economische groei in Noord-Europese landen, is er ook herstel zichtbaar in bijvoorbeeld Spanje. De hervormingsmaatregelen lijken daar hun vruchten af te werpen. In Italië moet het bankenprobleem opgelost worden. Enkele banken hebben dringend kapitaalsversterking nodig. De Italiaanse regering probeert hierover met Europa overeenstemming te bereiken zodat er geen ongeoorloofde staatssteun verstrekt wordt. Maar vooral de verkiezingen in Frankrijk zijn dit kwartaal de grootste onzekerheid.


In de Verenigde Staten zien we de groei van de economie stabiliseren. Na de sterke groei eind 2016, ligt de focus van beleggers op de renteverhogingen van de FED. De rente zal in 2017 zeer waarschijnlijk nog twee keer verhoogd worden. Vooral de visie van de FED over de sterkte van de economie is belangrijk; kan de rente verhoogd worden zonder dat dit de economische groei teveel remt? 


De belangrijkste economie in de regio Pacific is die van Japan. We zien de economische omstandigheden daar iets aantrekken. De maatregelen van de Bank of Japan lijken langzamerhand resultaat te hebben. Japanse bedrijven profiteren van een lage koers van de Japanse Yen. Vooralsnog blijven we gematigd optimistisch over deze regio omdat eerdere tekenen van herstel niet hebben doorgezet. 


In veel opkomende landen trekt de autonome groei aan. De afhankelijkheid van de export naar Westerse landen blijft echter groot. De dreiging van importbeperkingen door de Verenigde Staten blijft op termijn aanwezig. De thuismarkt wordt voor veel bedrijven belangrijker. De impact van de ontwikkeling van de wereldhandel neemt voor deze landen daarom iets af.

Regionale verdeling aandelen per
31 maart 2017 van Basis Beheerd Beleggen 

Bron: Bloomberg en/of Morningstar

Vooruitzichten obligatiemarkten

Obligatiekoersen zijn afhankelijk van de renteontwikkeling. De renteontwikkeling wordt van oudsher bepaald door de economische ontwikkeling en de inflatie(verwachtingen). De laatste jaren is de renteontwikkeling ook sterk beïnvloed door de centrale banken. Tot nu toe hebben de FED, de ECB en de Bank of Japan een grote invloed op de obligatiemarkten. 


In Europa blijft de ECB haar beleid ongewijzigd voeren. Maandelijks wordt een groot pakket obligaties opgekocht, waardoor de rente laag blijft. Met deze maatregel probeert de ECB banken te stimuleren om meer geld uit te lenen en het bedrijfsleven meer krediet op te laten nemen. De ECB wil hiermee de economie een impuls geven en de inflatie aanwakkeren. De gevolgen zijn inmiddels te zien. De inflatie stijgt in een aantal landen en de economische groei trekt aan. Dit zorgt in veel Europese landen voor hogere rentestanden. Wel kunnen politieke onzekerheden voor onrust zorgen. Beleggers kiezen dan vaak voor de sterke Noord-Europese landen. Daardoor daalt de rente in die landen en stijgt de rente in de Zuid-Europese landen.

  

In de Verenigde Staten voorspelt de FED dat de rente in 2017 nog twee keer verhoogd wordt als de economie zich sterk blijft ontwikkelen. De inflatie is in de Verenigde Staten al langere tijd op het gewenste niveau van de FED. We zien kansen voor zowel obligaties gekoppeld aan de inflatie als  voor bedrijfs- en hoogrentende obligaties. 


Obligaties uit de regio opkomende landen zijn nog steeds aantrekkelijk. Dit komt omdat de economische omstandigheden goed zijn en de afhankelijkheid van de Verenigde Staten minder groot lijkt te worden. De hogere rentevergoeding is een goede compensatie voor het hogere risico in deze regio.

Regionale verdeling obligaties per 31 maart 2017 van Basis Beheerd Beleggen

Bron: Bloomberg en/of Morningstar

Verklarende woordenlijst